Er is veel geschreven en gezegd de afgelopen tijd over de vrijheid van meningsuiting en het recht om te beledigen.
Ik ben van mening dat zonder het laatste het eerste niet kan bestaan. Sterker nog: ik ben van mening dat beledigen helemaal niet kan. Mensen kiezen er tenslotte zelf voor of ze zich beledigd vóelen of niet. En wat voor de één beledigend overkomt is dat voor een ander vaak niet.
Ik zal een voorbeeld geven: niet lang na de verkiezingen had ik via social media een conversatie met een lid van een andere lokale Haarlemmermeerse partij. Het ging er over dat we beiden niet in de raad gekozen waren, omdat onze partijen een relatief gering aantal stemmen te kort kwamen om voor onze zetels in aanmerking te komen.
Ik vertelde de dame in kwestie dat ik niettemin optimistisch bleef voor de komende raadsperiode en dat ik de hoop om alsnog in de raad te komen niet opgaf.
Vier jaar is nu eenmaal een behoorlijk lange periode, waarin veel kan gebeuren, omstandigheden kunnen veranderen, mensen kunnen verhuizen, van baan veranderen of om een andere reden willen of moeten besluiten hun raadswerk te stoppen. Ik zag (en zie) mijzelf als eerste reserve voor de fractie van Forza!.
Ik vertelde de dame in kwestie dat ik niettemin optimistisch bleef voor de komende raadsperiode en dat ik de hoop om alsnog in de raad te komen niet opgaf.
Vier jaar is nu eenmaal een behoorlijk lange periode, waarin veel kan gebeuren, omstandigheden kunnen veranderen, mensen kunnen verhuizen, van baan veranderen of om een andere reden willen of moeten besluiten hun raadswerk te stoppen. Ik zag (en zie) mijzelf als eerste reserve voor de fractie van Forza!.
Toen zij mij dus vroeg waar ik mijn hoop om alsnog in de gemeenteraad te komen op baseerde antwoordde ik: "Er kan altijd iemand uitstappen."
Mijn antwoord was totaal onschuldig van aard en zonder verdere bijbedoelingen, gebaseerd op bovengenoemde afwegingen. Mijn intentie was absoluut niet om te schofferen of te beledigen. Toch was de dame in kwestie direct behoorlijk gepikeerd, beledigd en noemde mijn opmerking "onder de gordel".
Zonder dat ik nu direct iets onoorbaars had gezegd voelde mijn gesprekspartner zich toch beledigd.
Het had iets te maken met de omstandigheden. Haar fractie had kort ervoor te maken gehad met een sterfgeval van een fractielid; een ervaren en ambitieuze politicus van haar partij was plotseling en veel te jong overleden. Zonder dat ik het dus gezegd of geschreven had verstond zij kennelijk: "Er kan altijd nog iemand dood gaan" in plaats van "Er kan altijd iemand uitstappen".
Zonder dat ik mij beledigend uitgelaten had voelde zij zich toch beledigd...
Het had iets te maken met de omstandigheden. Haar fractie had kort ervoor te maken gehad met een sterfgeval van een fractielid; een ervaren en ambitieuze politicus van haar partij was plotseling en veel te jong overleden. Zonder dat ik het dus gezegd of geschreven had verstond zij kennelijk: "Er kan altijd nog iemand dood gaan" in plaats van "Er kan altijd iemand uitstappen".
Zonder dat ik mij beledigend uitgelaten had voelde zij zich toch beledigd...
De reden dat ik juist dit voorbeeld aanhaal om aan te tonen dat beledigen onmogelijk is, maar dat beledigd worden een keuze is, is omdat een ander lid van de partij van de dame in kwestie afgelopen week in een column op de website van zijn partij het nodig vond zich veroordelend uit te laten over leden en sympathisanten "van een lokale Haarlemmermeerse oppositiepartij, die veilig achter de tablet of telefoon zuigend en polariserend de moslimgemeenschap in Haarlemmermeer" zouden "oproepen om afkeuring van de terreurdaden in Frankrijk tot uiting te brengen." En hij ratelde voort alsof de niet nader bij name genoemde partij: "suggestief en vingerwijzend en bij voorbaat al het beeld neerzette als de kwade genius."
Ik voelde mij hier door aangesproken, zij het niet beledigd. De feiten: Mijn partij en ik houden de islam (mede) verantwoordelijk voor terroristische daden als die in Frankrijk en we steken die mening niet onder stoelen of banken. Sinds nine-eleven zijn er een groot aantal van dit soort schokkende aanslagen geweest, waarvan één het leven kostte aan Theo van Gogh hier, in het nabije Amsterdam. In alle gevallen schoten veel gevestigde partijen in een politiek correcte stuip, nadrukkelijk bewerend dat dit soort aanslagen "niks met moslims, niks met de islam te maken hebben."
Het is mijn stellige en diepste overtuiging dat weliswaar niet álle moslims hier voor verantwoordelijk zijn, maar dat de extremistische uitwassen wel degelijk een gevolg zijn van islamitisch religieus fanatisme. "Niet alle moslims zijn terroristen, maar nagenoeg alle terroristen zijn wel moslims." Geert Wilders sloeg bij het kamerdebat deze week de spijker op zijn kop.
Het zou gematigde aanhangers van dezelfde religie daarom sieren als zij dit soort acties veroordelen en er afstand van zouden nemen. Ook al zijn ze er niet verantwoordelijk voor en willen ze dat ook niet zijn. Afstand nemen zou het geloofwaardiger maken dat zij inderdaad uit zijn op een vreedzame samenleving waarin ruimte is voor uiteenlopende opvattingen. Een samenleving waarin kerk en staat strikt gescheiden zijn en blijven. Een samenleving waarin zij hun geloof in de privésfeer beleven en niet in de publieke ruimte tot uiting brengen. Een samenleving waarin beledigen niet bestaat, maar waarin beledigd worden een keuze is.
In veel gevallen gebeurt echter het tegenovergestelde: complete schoolklassen weigeren met een minuut stilte respect voor de slachtoffers te tonen, islamitische geestelijken en politieke leiders zeggen dat dit het verdiende loon is voor diegenen die het wagen hun profeet te beledigen; berucht zijn in dit verband ook de kransenvoetballertjes. Er is, al met al, een hoog "maar-ze-vroegen-er-ook-wel-(een beetje)-zelf-om"-gehalte.
NEE, ZE VROEGEN ER NIET OM, het zijn de terroristen die de berichten en cartoons van de Franse journalisten -kennelijk- als beledigend vóelden. En die zich, omdat zij zich beledigd vóelden, het recht toeëigenden om dood en verderf te zaaien.
Er waren ook vele duizenden moslims die er NIET voor kozen om, als gevolg hiervan, tot moorden over te gaan. Wellicht kozen zij er voor niet eens beledigd te zijn.
Er waren ook vele duizenden moslims die er NIET voor kozen om, als gevolg hiervan, tot moorden over te gaan. Wellicht kozen zij er voor niet eens beledigd te zijn.
De "twitterende en polariserende lokale oppositiepartij c.q. raadsleden" die je op een bijeenkomst, waar het betreffende raadslid zijn wanhoop in hoop zag veranderen "niet ziet", waren om uiteenlopende redenen afwezig. Niet in de laatste plaats omdat zij bezorgd zijn om hun eigen veiligheid. Zij waren zeker niet afwezig omdat ze wellicht beledigd zouden worden.
Want beledigd worden is een keuze. Je eigen keuze. En kan daardoor nooit een reden zijn om de vrijheid van meningsuiting te beperken.
Salman Rushdie zei ooit: "What is freedom of expression? Without the freedom to offend, it ceases to exist."
Ik zou daar aan toe willen voegen: if there are limits to free speech, it is limited speech.
Ik zou daar aan toe willen voegen: if there are limits to free speech, it is limited speech.
Reacties